Het is een mooie dag dat ik de stad binnen rij op zoek naar de locatie waar ik mijn eerst signeersessie heb voor mijn boek Suc6FulWomen. Moeilijk is het niet te vinden en zet mijn auto in de parkeergarage. Lopend vind ik mijn weg naar de boekhandel die mij als eerste heeft uitgenodigd voor het signeren van mijn boek.
Bij binnenkomst wordt ik ontvangen door de bedrijfsleider van een groot boekenconcern.
“Goedemorgen mevrouw Van Velden,” zegt de man voor me terwijl hij mijn hand schud. “Fijn dat u er bent. We hebben een mooi plekje voor u gereserveerd in de zaak. Maar laat ik me eerst een voorstellen. Ik ben Jasper Bogen.”
Hij schudt nog steeds mijn hand en ik krijg het gevoel dat ik na deze kennismaking geen arm meer over heb.
“Dank u meneer Bogen. Het is geweldig dat ik bij u in de zaak mijn eerste signeersessie mag doen.”
“Het is ons een hele eer, mevrouw, “ en met die woorden gaat hij mij voor naar een tafeltje met daarop mijn boeken. De tafel staat niet in het midden van de zaak, maar aan de zijkant en ik denk, als men mij daar maar ziet. Bij het binnenkomen van de zaak was mij wel opgevallen dat er een poster op de deur is geplakt, met daarop groot mijn hoofd en de datum en tijd klein eronder gedrukt.
Ik ga zitten en pak een pen en mijn leesbril uit de tas en leg het voor me op de tafel neer. De heer Bogen brengt mij een kop koffie en zegt, “veel succes met het signeren van uw boek.”
Daarop verlaat hij mij en daar zit ik dan. Je stelt je van tevoren voor hoe het zo’n eerste sessie zou zijn. Ik ben nog niet zo bekend dat er mensen voor de deur staan om mij te ontmoeten, ook al ben ik al wel in een tv-programma geweest om mijn boek te promoten.
De klanten die binnenkomen zien mij niet zitten, alleen de klanten die opmerkzaam zijn, knikken me toe en al zoekend komen ze toch richting de tafel waar ik aan zit. Zo komt er ook een mevrouw aan de tafel en die vraagt, “U bent de schrijfster?”
“Ja mevrouw, ik ben de schrijfster van Suc6FulWomen,” antwoord ik haar.
Zodra ik de woorden heb uitgesproken moet ik denken aan de woorden van Bob. “Zorg dat je de aandacht trekt met je woorden, zodat ze nog meer belangstelling krijgen voor je boek.”
Misschien ben ik toch niet assertief genoeg geweest, terwijl ik in mijn boek beschrijf hoe je van een lief meisje in een snelle meid kan veranderen. Ik moet dus nog veel van mijzelf leren.
De mevrouw voor me pakt een boek van de tafel en bladert erin en zegt, “moet ik het boek zien als zelfstudie?”
“Dat kan mevrouw, maar ik geef naar aanleiding van het boek ook cursussen. Tijdens de cursus wordt u geleerd hoe u anders moet denken en het gaat er vooral om dat de vrouwen die mijn cursus volgen werken aan zichzelf.”
“Fijn,” zegt de mevrouw voor mij. “En waar kan ik mij aanmelden?”
“Bij mij, mevrouw.” Ik pak mijn tas en haal daar de formulieren uit die ik eerder deze week had gemaakt. Ik geef haar een formulier en zij pakt een pen van de tafel en vult zowaar het formulier in, geeft mij het formulier terug en zij krijgt van mij het onderste gedeelte, het bewijs dat ze zich heeft ingeschreven voor de cursus.
“Voordat de cursus kan starten moeten er minimaal tien aanmeldingen zijn,” zeg ik tegen haar.
“Ik heb vriendinnen genoeg die graag aan deze cursus mee willen doen en bel ze direct allemaal op.”
Intussen heb ik op het formulier gezien dat deze dame de mooie naam heeft die luidt, mevrouw Crommenijn.
“Dank u mevrouw Crommenijn, fijn dat u de cursus wil volgen,” zeg ik tegen haar terwijl we elkaar een hand geven. Mevrouw Crommenijn is zichtbaar blij met haar aanmelding. Ze draait zich om en gaat weg met haar telefoon al aan haar oor en waarschijnlijk belt ze al met een van haar vriendinnen.
Ik kijk haar na, een vrouw die een slanke figuur heeft en een te grote jas aan heeft met daarop een hoofd vol met krullend haar dat alle kanten opspringt terwijl ze wegloopt.
Na mevrouw Crommenijn komen er verschillende vrouwen de winkel binnen die rechtstreeks naar mij toe komen om het formulier van de cursus in te vullen, maar naar het boek kijken ze niet om. Deze middag was juist bedoeld dat ik boeken zou signeren en verkopen, maar na een paar uur in de boekenzaak te hebben gezeten heb ik tien boeken verkocht en vijfentwintig aanmeldingen voor de cursus en daar had ik nooit bij stil gestaan dat de formulieren samen gaan met het promoten van mijn boek. Zo eindigt mijn eerste signeersessie en morgen ben ik in een andere stad.
Maar net als ik mijn spullen wil opruimen staat daar ineens een vrouw voor me.
“Wat fijn dat ik u kan ontmoeten,”zegt ze.
“Dank u,” zeg ik terwijl ik geen beter antwoord zo snel kan bedenken. Ze steekt haar hand uit en tijdens het schudden van mijn hand zegt ze, “ik ben Dora Lutjebroek, aangenaam mevrouw Van Velden.”
Ze laat mijn hand los en ik kijk haar aan. Deze vrouw Dora Lutjebroek is een grote volslanke vrouw met gitzwarte haren en daarop een hoed die eigenlijk te klein is voor het hoofd. Haar gezicht is grof, ja, je zou haast denken dat deze persoon die zich voorstelt als vrouw, een man is. Ze gaat op het puntje van de tafel zitten en zegt, “Sorry dat ik u op deze manier benader. Ik weet dat ik uw boek nu moeten pakken en vragen of u deze wilt signeren.” Daarbij kijkt ze de zaak rond, alsof ze tegen een publiek praat die niet aanwezig is.
“Mijn man is ook schrijver,” zo gaat ze verder, “maar u schrijft mooier, gevoeliger dan mijn man en daar heb ik veel meer mee.” Daarbij kijkt ze me wel aan.
“Ik vind het fijn dat u mijn schrijven mooi vind, maar een vraag. Waarin hebt u iets van mij gelezen?”
“In het blad Nabestaanden hebben verschillende columns van u gestaan en het gevoel dat bij mij loskwam, ongelooflijk.”
“Ik had niet verwacht dat veel mensen dat blad lezen, maar het klopt daar heb ik een paar columns in gepubliceerd.”
Ik vind dit een vreemd gesprek en begin me af te vragen wat de bedoeling van deze vrouw is. Intussen heeft ze toch een boek van de tafel gepakt en bladert erin.
“Ik koop het boek en ik zou het prachtig vinden als u voorin de tekst wilt schrijven, Voor mijn vriendin Dora, van Els Van Velden.”
“Als u dat graag wilt dan zet ik dat erin.”
Ik pak het boek van haar aan en zet de tekst die ze heeft opgegeven voorin het boek, geef het aan haar terug en zonder een woord verder te zeggen loopt ze richting de kassa. Verbaast kijk ik haar na. Wat een vreemde mensen lopen er rond op deze aarde. Ik zie aan haar lopen dat ze niet bepaald ladylike loopt en dan die hoed op haar hoofd, deze gaat van links naar rechts, maar valt op een wonderlijke wijze niet van haar hoofd. Het lijkt wel alsof de hoed met een elastiekje aan haar hoofd vast zit. Ze betaald het boek aan de kassa en ik verwacht dat ze de boekenzaak uitloopt, maar nee, ze komt weer naar mij toe met twinkelende ogen.
“Ik heb nog een vraag aan u. Zou het u passen om vanavond mijn gast te zijn tijdens het avondeten?”
Ik kijk haar verbaasd aan, want zo’n vraag verwacht ik niet en met enige aarzeling zeg ik, “Dat zou ik kunnen doen, maar deze vraag verrast mij.¨
“Het wordt leuk, doet u het nu maar.”
Ik aarzel, maar toch zeg ik, “Nou goed dan, omdat u zo aandringt.¨
“Fijn, het is me een hele eer dat u het bod aanneemt en ik zie u straks.” Ze geeft me haar adres en verlaat zonder iets te zeggen de boekenzaak.
Ik weet, af en toe ben ik impulsief, maar zomaar op een uitnodiging in te gaan zonder dat ik iemand ken, nee, dat heb ik nog nooit gedaan. Wie weet waar ik terecht kom, denk ik.
Het is tijd geworden dat mijn signeersessie is afgelopen en berg de spullen op. Ik zie dat de heer Bogen op mij afkomt en zegt, “niet slecht voor een debutant, die nog niet zoveel bekendheid heeft.”
“Vind u, ik dacht dat ik het slecht had gedaan.”
“Nee hoor, helemaal niet, maar ik heb gezien dat u hoog bezoek heeft gehad van mevrouw Lutjebroek.”
Ik glimlach en zeg, “Een apart persoon, die mevrouw Lutjebroek.”
“Ik ben het met u eens, mevrouw Lutjebroek is een uitzonderlijk persoon. Haar man is ook schrijver, tenminste daar heeft ze het vaak over, maar ik heb de goede man nog nooit gezien. Ze is hier een geziene gast en koopt wekelijks een paar boeken. Vooral van schrijvers die nog geen bekendheid genieten. Ik heb wel eens gehoord dat ze na het lezen van een boek contact opneemt met de schrijver en hem of haar onder haar hoede neemt. Het rare is wel, dat ze vaak daarna veel publiciteit krijgen van de media, bent u uitgenodigd door haar?”
Ja, ik ben inderdaad door haar uitgenodigd, maar ik weet niet of dat wel zo verstandig is geweest om daarop in te gaan.
“Gaat u maar, ze helpt u, dat weet ik zeker. Ze wil , zo heb ik gehoord, altijd kennismaken door een etentje te organiseren voor een beginnende schrijver.”
“Fijn dat u zegt dat het veilig is, dan ga ik daar met een gerust hart naar toe.”
“Ik wens u vanavond veel plezier toe en ik vind het fijn dat u hier vandaag bent geweest.
We zijn intussen naar de deur gelopen en daar geeft meneer Bogen mij een hand, houdt de deur voor me open en zo sta ik na een bijzondere middag buiten. Ik ga naar mijn auto en kijk op het papiertje naar het adres die mevrouw Lutjebroek mij heeft gegeven en toets deze in, in mijn TomTom en rij de stad uit. Ik ben benieuwd waar ik terecht kom, maar daar kom ik snel genoeg achter. Ik laat de binnenstad achter me en rij een wijk in die vroeger een glorierijke verleden heeft gekend. Hier staan grote huizen die slecht zijn onderhouden en beland in een andere wereld. Ik rij door de wijk en zie dat zelf de tuinen niet zijn onderhouden en dan kom ik in de straat waar ik moet zijn, zo vermeldt de TomTom mij. Ik zie tot mijn grote verbazing, dat de straat stopt waar een groot huis staat, groter dan de andere huizen die ik tot nu toe ben tegen gekomen. Ik parkeer mijn auto in een goed verzorgde tuin en het is een beetje vreemd om je auto midden in een tuin parkeren. Ik stap uit de auto en loop in naar de voordeur. Aan de voordeur hangt een grote handvat en omdat ik verder geen bel kan ontdekken, trek ik daaraan. En inderdaad, dat is de bel die het bezoek met een oorverdovend geluid aankondigt.
Het geluid is zo doordringend dat ik het vermoeden heb, dat de buren het in hun huis kunnen horen, want het galmt door de lucht waarin ik sta. Ik hoor voetstappen aan de andere kant van de deur en dan zwaait de deur open. Daar staat Dora Lutjebroek voor me en dit keer zonder jas, maar wel met het hoedje op haar hoofd.
“Mevrouw Van Velden wat leuk dat u er nu al bent, komt u binnen.”
Ik loop naar binnen en beland in een grote hal waar veel bloemen staan. Aan de buitenkant kun je niet zien dat er zoveel lichtval in de hal is.
“Komt u verder, mevrouw Van Velden. Of mag ik u Els noemen.”
“Wat mij betreft, prima,” zeg ik nog onder de indruk van de grote hal.
“Dan kunnen we u achterwege laten en noem mij maar Dora,”
Dora doet een van de vele deuren die de hal rijk is open en dan volgt de volgende verrassing. Weer een hele lichte ruimte die modern is ingericht, niet te strak, maar sfeervol en de verschillende kleuren die gebruikt zijn in het interieur maken de kamer helemaal af.
“Ga zitten dan zorg ik eerst voor een kop koffie.”
Ik ga zitten in een van de fauteuils en zak er helemaal in weg. Heerlijk is het na een hele middag op een houten stoel gezeten hebben. Dora komt terug met de koffie en een schaaltje met daarop cakejes en ze draagt nog steeds het malle hoedje op haar hoofd en ben benieuwd wanneer ze die afzet.
“Zo laten we ons eerst tegoed doen aan de koffie met een cakeje en ik heb al opdracht gegeven om het eten te bereiden.”
Ze heeft iemand in dienst die kookt voor haar, is mijn conclusie.
“Daar ben ik ook wel aan toe na een hele middag gezeten te hebben in een boekenzaak.”
“Hoe vond je het , want het was de eerste keer, is het niet?”
“Spannend zo’n eerste keer, maar er gebeurde iets anders dan ik had verwacht. Ik heb het boek geschreven, maar daar zit ook een cursus aan vast.”
“Wat leuk, “ zegt Dora enthousiast.
“Ik heb meer inschrijvingen voor de cursus gescoord, dan dat ik een boek gesigneerd en verkocht heb.”
“Ja dat is wel bijzonder, maar toch ook zeer positief. Ze moeten dan als nog het boek kopen, als ze de cursus volgen, is het niet!”
Terwijl ze dit zegt zie ik een glimlach om haar mond, alsof ze alles van te voren zelf heeft bedacht.
De bel gaat na die woorden en inderdaad, zelf een doof iemand zou nu weten dat er bezoek voor de deur staat, want het hele huis trilt.
“Daar zijn de andere gasten,” zegt Dora en springt omhoog en voordat ik het door heb, heeft ze de kamer verlaten. Verbaasd laat ze me achter, want over andere gasten heeft ze het bij de uitnodiging niet gehad.
Ik hoor dat ze de buitendeur opent en daar klinkt een bekende stem. Ze komen de kamer binnen en voorop loopt mevrouw Crommenijn met drie ander dames die zich vanmiddag hebben laten inschrijven voor de cursus.
“Verrassing,” roept mevrouw Crommenijn bij binnenkomst.
“Ja, dat kunt u wel zeggen, dit had ik niet verwacht,” antwoord ik lachend.
Ik word aan de andere dames voorgesteld en we nemen nog een kopje koffie. Af en toe kijk ik richting Dora en zie haar glimlachen en denk, toch een vreemde vrouw. De andere dames houden het gesprek op gang en dan kondigt Dora aan, “ik ga kijken hoe ver het is met het eten, zodat we zo aan tafel kunnen.” ze verlaat met die woorden de kamer en de vraag die me bezig houd stel ik nu toch.
“Hebben jullie Dora wel eens gezien zonder dat hoedje?”
Het gesprek is verstomt, maar niemand beantwoord mijn vraag en iedereen kijkt naar mevrouw Crommenijn, zo ook ik. Van haar wordt het antwoord verwacht.
“Dat weet ik niet,” is haar antwoord en ik merk dat ze niet een eerlijke antwoord geeft. De sfeer is weg en concludeer dat ik een verkeerde vraag heb gesteld en probeer op een luchtige manier het gesprek weer op gang te brengen door te zeggen, “het is zomaar een vraag hoor. Maar iets anders. Ik vind het geweldig dat jullie allemaal de cursus bij mij willen volgen.”
“Ja,” zegt een van de dames, die zich heeft voorgesteld als Nienke Aalmoes.
“We vinden het allemaal geweldig. Niet alleen de cursus maar ook wat er verder bij komt kijken, er zit een fotosessie bij, een kapper, een visagist en een kledingadviseuse. Dus niet een saaie cursus via een boek, maar ook leuke onderwerpen.”
De anderen beamen dit en ik ben blij dat de sfeer weer terug is.
De kamerdeur gaat open en er komt een vrouw binnen die ik nog niet eerder heb gezien.
“Willen de dames mij volgen, het diner is geserveerd.¨
We volgen haar en ze begeleidt ons naar de eetkamer. Deze kamer ziet er net als de andere kamer, perfect uit. De tafel is met mooie servies gedekt en ook hier staan overal bloemen perfect gerangschikt. Bij elke bord staat een kaartje met daarop de naam van de persoon die daar moet zitten, maar alsnog geen Dora. We kletsen door over de cursus en dan gaat de deur open. Er komt een man binnen en ik neem aan dat het de man van Dora is. Het is een man met een kale hoofd, een prettig gezicht en hij begroet iedereen persoonlijk.
Als laatst komt hij bij mij terecht en zegt, “prettig kennis met je te mogen maken Els van Velden, ik ben Dorus Lutjebroek. En ook ben schrijver en ik schrijf onder de naam Klaproos.”
Ik zie een glimlach op zijn gezicht met daarin die twinkelende ogen die mij bekent voorkomen.